In het gemeentehuis sprak de commissaris met het college van B&W over onder andere de uitdagingen waar je als kleine gemeente voor staat en de bestuurlijke toekomst van Oostzaan — een onderwerp dat als rode draad door het hele bezoek liep.
Aansluitend vond in de Grote Kerk een bijeenkomst plaats met vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties, waaronder de Burgeradviesraad, het 4 en 5 mei Comité, de Oudheidkamer, De Belbus, het Veteranencomité, Stichting Hart voor het Twiske, de Contactgroep Bedrijven Oostzaan en WelzijnWonenPlus.
Het bezoek werd afgesloten met een openbaar gesprek met de gemeenteraad in de raadzaal. De commissaris sprak met de raadsleden over samenwerking, omgangsvormen en het belang van constructief overleg, zeker in politiek spannende tijden. Aan de orde kwamen ook de bestuurlijke toekomst van de gemeente, de financiële zorgen die veel gemeenten delen, en de grote behoefte aan betaalbare woningen in Oostzaan. Die behoefte staat onder druk door de beperkte ruimte binnen het groene, landelijke en deels beschermde landschap waarin de gemeente zich bevindt.

De heer Van Dijk sprak zijn waardering uit voor de inzet van de gemeenschap:
“Oostzaan is een klein dorp dat groots is in wat het samen voor elkaar krijgt! Opvallend is de enorme betrokkenheid van de inwoners. Oostzaan kent een actieve gemeenschap die zich verantwoordelijk voelt voor de koers van hun gemeente. Er is met het college van B&W, de gemeenteraad en de inwoners uitgebreid gesproken over de bestuurlijke toekomst. Wat is er nodig om Oostzaan sterk te houden? Welke kernwaarden moeten behouden blijven? En welke keuzes zijn nodig voor een duurzame koers? In aanloop naar 2026 staan er belangrijke besluiten op de agenda. Dat vraagt van alle partijen inzet en van de politiek om boven de partijpolitiek uit te stijgen en te handelen in het belang van de gemeenschap. Ik realiseer mij dat dit soms misschien veel gevraagd is, maar kijk met vertrouwen naar dit proces. Het was een dag vol inzichten, betrokken ontmoetingen en waardevolle gesprekken.”