Heeft u een beperking? Dan kunt u een gehandicaptenparkeerkaart aanvragen. Ook zorginstellingen kunnen een parkeerkaart aanvragen. U vraagt de parkeerkaart aan bij de gemeente.
Met een gehandicaptenparkeerkaart mag u op gehandicaptenparkeerplaatsen in 31 landen in Europa parkeren. Er zijn 3 verschillende kaarten:
- Bestuurderskaart (B): Heeft u een beperking en rijdt u zelf auto? Dan kunt u een bestuurderskaart aanvragen. Op de kaart staat geen kenteken. U kunt de kaart in elke auto gebruiken.
 - Passagierskaart (P): Heeft u een beperking en bent u afhankelijk van vervoer door anderen? Dan vraagt u een passagierskaart aan.
 - Instellingenkaart (I): Hiermee kunnen zorginstellingen bewoners met een beperking vervoeren.
 
De bestuurderskaart en de passagierskaart staan op uw naam. Alleen u kunt de kaart dus gebruiken. U kunt met elk voertuig gebruikmaken van de kaart. Er staat geen kenteken op.
Zo vraagt u een gehandicaptenparkeerkaart aan:
- U vraagt de gehandicaptenparkeerkaart aan bij de gemeente waarin u woont.
 - U heeft nodig:
- een kopie van uw geldige identiteitsbewijs
 - 1 duidelijke pasfoto
 - een kopie van uw rijbewijs (voor een bestuurderskaart)
 
 
De belangrijkste voorwaarden voor het aanvragen van een gehandicaptenparkeerkaart voor een bestuurder of passagier zijn:
- U heeft een medisch onderzoek gehad.
 - U kunt geen 100 meter achter elkaar lopen.
 - U bestuurt zelf het voertuig (bestuurderskaart), of
 - U bent van deur tot deur afhankelijk van de hulp van de bestuurder (passagierskaart).
 
Als u soms bestuurder bent en soms passagier, kunt u een combinatiekaart aanvragen. U vraagt dan een kaart aan voor beide situaties.
De gemeente beslist binnen 8 weken over uw aanvraag. Lukt dat niet? Dan mag de gemeente deze periode 1 keer verlengen.
De kosten voor het aanvragen van een gehandicaptenparkeerkaart zijn € 170,35.
Het omzetten van een bestuurders- naar passagierskaart kost € 170,35
Het verlengen van de gehandicaptenparkeerkaart kost € 49,05
Een duplicaat bij wijziging of verlies kost € 49,05
Bent u het niet eens met de beslissing van de gemeente? Dan kunt u bezwaar maken. Daarmee laat u de gemeente weten waarom u het niet eens bent met de beslissing. Doe dat binnen 6 weken. De gemeente kijkt dan nog een keer naar uw aanvraag en neemt opnieuw een beslissing.
Bent u het daarna nog steeds niet eens met de beslissing van de gemeente? Dan kunt u aan de rechtbank vragen of de gemeente een goede beslissing heeft genomen. Dat heet ‘in beroep gaan’.
