De algemene beschouwingen in de gemeenteraad zitten erop. Elk jaar is dat een mooi moment om te horen hoe alle fracties kijken naar Oostzaan en waar ze hun prioriteiten leggen. Wat me telkens opvalt, is de betrokkenheid en liefde voor het dorp. Eensgezindheid ook, al levert dat soms wat saaie debatten op, zeg ik al knipogend. Maar we moeten realistisch blijven: we willen veel, maar we hebben weinig.
Er zijn te weinig knaken, terwijl het Rijk ons steeds meer taken geeft. We doen er alles aan om kerntaken goed te blijven uitvoeren, maar het is soms echt schipperen. We bouwen een paar nieuwe woningen – broodnodig, want woonruimte is schaars – maar grote projecten? Daarvoor ontbreken mensen en middelen. We maken het verkeer steeds wat veiliger, met kleine aanpassingen, maar grootschalige herinrichtingen zijn niet haalbaar. In de openbare ruimte doen we wat we kunnen: extra maaien, hier en daar wat onderhoud erbij, maar meer lukt niet. Op het sociaal domein doen we wat moet voor kwetsbare mensen, maar ook daar piept en kraakt het. Met kunst en vliegwerk houden we het schip Oostzaan drijvend.
Desondanks ontbreekt ambitie natuurlijk niet, zoals een oppositielid de toehoorders wilde doen geloven. Stapje voor stapje brengen we de plannen van de VVD-PvdA coalitie ten uitvoer. En daarom ben ik toch trots. Trots op onze medewerkers die, met beperkte middelen, bergen werk verzetten. Trots op de raad die kritisch blijft, maar ook meedenkt. En trots op inwoners en ondernemers, die meedenken, helpen en geduld tonen.
We kunnen niet alles tegelijk, dat is waar. Maar wat we doen, doen we met hart en ziel. We doen het samen, met weinig middelen, maar met veel overtuiging. Houdbaar is het allemaal niet. Daarom moet er snel een fusiebesluit genomen worden. Een fusie waarin Oostzaan natuurlijk gewoon Oostzaan blijft.
